Delfzijl

Delfzijl

Op een van de koudste dagen van januari trein ik met mijn maat naar Delfzijl. Mijn treingenoot heeft een cultureel programma voor deze dag samengesteld. Op spoor 1a in Groningen staat het boemeltje naar Delfzijl klaar. Deze kleine treinstellen hebben namen van bekende Nederlanders “ Abe Lenstra” heet de onze. Door oneindig laagland stoppen we eerst in Sauwerd, door de snelle en knappe zwemster Ranomi Kromwidjojo ken ik deze plaats. Even later stopt de Abe Lenstra in Bedum .Zijn enkele decennia jongere evenvoet Arjan Robben komt hier vandaan. Ondertussen kijken we over het oneindige vlakke Groningerland met hier en daar een boerderij of beter gezegd een huis met grote schuren erbij. Naast kerken aan de einders ontwaar ik in Bedum een Davidsster op het dak van een huis. Dat illustreert onze zwaar bevochten vrijheid, iedereen telt mee in ons land of je nou een keppeltje of een hoofddoek draagt, gelovig of ongelovig bent. Het Hogeland snellen we binnen bij Loppersum, dan gaat het via Stedum naar Appingedam. Hier stappen we uit, het was steenkoud. Het was markt en er waren dan ook bijna geen klanten, ja dan is marktkoopman een hard beroep, kou lijden en ook nog eens geen cent verdienen…. Maar ach het wordt wel weer lente en dan komen er betere tijden. Waar ook betere, in ieder geval andere tijden, te bewonderen waren was in het Appingedams Museum. In het begin van de vorige eeuw zaten er veel zilversmeden in Appingedam, er was zelfs een opleiding voor. In enkele van de kamers was er plaats voor ingeruimd om dit te tonen. Het was een kruip door sluip door museum maar wel met verrassende exposities. Appingedam de 2e stad in het Groningerland is een bezoek meer dan waard, ook mede dankzij het water dat dwars door de stad stroomt. Vanaf de bruggetjes, hoogholtjers genoemd heb je een mooi uitzicht over de huizen die aan het Damsterdiep staan met hier en daar uitgebouwde hangende keukens boven het diep, heel apart. Na een kop koffie vervolgden we onze reis naar Delfzijl. De conducteur kwam langs, tegenover ons zaten een paar dames die na een lange reis naar het Gelderse, bijna thuis waren. Toen de conducteur hen vroeg naar hun kortingskaart moesten ze het antwoord schuldig blijven. “Maar u heeft wel kaartjes met korting gekocht, hoe kan dat dan “? “Nou dat zit zo we waren gisteren bij onze zuster in Gelderland en toen was er weeralarm, toen zei mijn zuster, je kunt hier beter maar blijven slapen. Dat hebben we gedaan, maar gisteren hadden we een retour gekocht en toen dachten we vanmorgen dan kopen we vandaag een kaartje met korting “. Waarop de conducteur antwoordde “Maar dames zonder kortingskaart kan dat niet, dus u krijgt van mij een boete”.Toen waren de rapen gaar en in echt Grunnings zei de woordvoerster, “Wie arbai –ders-mènsen oet Delfziel wordèn altied pakt, gisteren enkel gereisd en dubbel betaold en nou ook nog een boete”. Ik probeerde nog “die dames reizen met ons mee”,ik heb namelijk wel een kortingskaart,”“O , ja “ zei de conducteur die zich bekeken zag door andere passagiers “En vanwaar reist u dan met deze dames mee “? Ik gokte vanaf ….Apeldoorn, “Tja maar deze dames komen uit Doetinchem”…. De conducteur was recht in de leer en onvermurwbaar , de boete was nog niet uitgeschreven toen de trein stopte in Delfzijl , waar we onze culturele toer vervolgden, hierover volgende week meer.


Geplaatst

in

door

Tags: